Voor de Week van het Afvalteam van 15 tot 22 november maakten we affiches met onze eigen personeelsleden erop. Op 1 ervan prijkt Betty. Al 13 jaar lang manoeuvreert zij haar ophaalwagen behendig door de smalste straatjes, als enige vrouwelijke vrachtwagenchauffeur van ons team. Soms doet ze een hele dag over 25 km. Lange afstanden doet ze nooit. Maar dat deert haar niet. Met veel passie en geduld haalt ze alle dagen ons afval op. Toch vind ze haar job prachtig schoon.
Elke dag is anders
Inderdaad, het was Betty’s droom om vrachtwagenchauffeur te worden. En heerlijk, die droom is uitgekomen. Vroeger reed ze lange afstanden met slapeloze nachten. Tot ze 13 jaar geleden bij ons aan de slag ging. “Ik had er nooit bij stilgestaan om met een vuilniskar te rijden. Maar het zijn gemakkelijke uren en het bedrijf is dicht bij de deur. Ik kan de hele dag mijn vrachtwagen besturen en dat is perfect combineerbaar met mijn gezin. Bovendien is de job heel afwisselend, elke dag is anders."
Uit alles wat Betty vertelt, straalt enthousiasme en inlevingsvermogen. Met de andere weggebruikers, met haar gezin, met haar collega’s. “Ik ben voetganger, fietser, autobestuurder, vrachtwagenchauffeur met en zonder oplegger, en rijd ook met een tractor. Erg handig, want daardoor kan ik mij het verkeer goed inbeelden vanuit ieders standpunt. Ik doe mijn best om zo weinig mogelijk in de weg te staan.”
"Voor de zakken die ik ophaal heb ik een arendsblik"
“Mijn huis is net een containerpark”, vertelt Betty over haar omgang met afval. “Vroeger stak ik alles maar gewoon in de zak. Maar nu sorteer ik nauwgezet, let ik op wat ik koop en ga ik regelmatig naar het recyclagepark om nog meer te sorteren. Met mijn gezin van 3 personen zetten we slechts 1 keer per maand een kleine gele zak van 10 kg huisvuil buiten. Daar hamer ik echt op. En voor de zakken die ik ophaal heb ik een arendsblik. Vaak zie ik het al van ver als er in de blauwe PMD-zak iets verkeerds zit.”
Vrouw achter het stuur
Er werken meer dan 80 mensen op onze ophaaldienst. Slechts 2 ervan zijn vrouwen. Ook al moet Betty vaak op haar strepen staan, ze vindt dat ze niet echt anders behandeld wordt. “Als er ophalers tekort zijn, moet ik uitzonderlijk ook weleens achter de vrachtwagen lopen. Dan vraag ik altijd PMD, want dat weegt het minst.” En dan is er nog het eeuwige probleem van vrouwen, al kunnen ook mannen ermee te maken krijgen. “Vuilniskarren hebben geen WC. Als wij aanbellen omdat we onze behoefte moeten doen, laat ons dan binnen," vraagt ze. "We hebben al zoveel maïs van dichtbij gezien.”
Ook op straat schrikken mensen soms als ze een vrouw achter het stuur van een ophaalwagen opmerken. En het zal niet verbazen dat Betty regelmatig te maken krijgt met boze of agressieve autobestuurders. “Er zou zo’n lichtbak aan mijn vrachtwagen moeten hangen, zoals bij de bus. Waarop te lezen staat dat ik doorrijd over 10 seconden. Terwijl mijn pers bezig is, kan ik niet rijden. De ophalers lopen door en de chauffeurs achter mij vragen zich af waarom ik niet volg. Wel, dat is dus de reden. Sommige ongeduldige wegpiraten rijden mij bruusk voorbij via het fietspad of de stoep. Dat is bijzonder gevaarlijk voor onze ophalers.”
"Het is heerlijk als we fris water of blikjes frisdrank krijgen"
“Gelukkig krijgen we ook regelmatig complimenten. Mensen steken duimpjes op en bieden drankjes aan. Zeker in de zomer is het fijn als we koel water of blikjes frisdrank krijgen. Anderen helpen ons door hun papier en karton wat hoger te zetten of ervoor te zorgen dat hun zakken niet te zwaar zijn. Want we hebben maar 1 rug. Daar moeten we zuinig mee zijn. En hoeveel tekeningen ik verwacht? Veel!”